Overzicht baten en lasten
Jeugd en onderwijs | R2022 | B2023 | B2024 | B2025 | B2026 | B2027 |
|---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | 3.215 | 14.602 | 14.420 | 13.407 | 12.578 | 12.728 |
Baten | 748 | 870 | 687 | 687 | 687 | 687 |
Saldo baten en lasten | -2.467 | -13.733 | -13.734 | -12.720 | -11.891 | -12.042 |
Toevoegingen aan reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekkingen aan reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo | -2.467 | -13.733 | -13.734 | -12.720 | -11.891 | -12.042 |
Toelichting
Het voordelige verschil aan de lastenkant van € 0,18 mln. door lagere uitgaven ten opzicht van 2023 wordt veroorzaakt door:
Lagere lasten omdat in 2023 eenmalige uitgaven zijn opgenomen voor het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) (€ 0,18 mln.). Tegenover deze lagere lasten staan ook lagere baten.
Lagere lasten omdat in 2023 eenmalige uitgaven staan geraamd vanuit overhevelingen van budgetten uit 2022 (€ 0,04 mln.). Deze betreffen de praktijkondersteuning huisartsen GGZ (POH GGZ) en coronagelden met betrekking tot het steunpakket sociaal en mentaal welzijn en leefstijl.
Hogere lasten door indexering van de middelen voor Onderwijs Achterstandenbeleid (OAB) (€ 0,04 mln.)
Binnen dit deelprogramma vallen ook de kosten voor Specialistische Jeugdzorg. Het budget in 2024 is gelijk aan het budget in 2023. In beginsel is er dus geen toelichting op de verschillen, maar gezien de omvang van de financiele mutaties om te komen tot het budget in 2024, wordt hieronder toch een financiele toelichting gegeven.
De primaire begroting 2024 ten opzichte van 2023 laat € 0,65 mln. aan lagere uitgaven zien. In zowel de begroting 2023 als 2024 zijn de budgetten verhoogd € 1,06 mln. als gevolg van een stijging van de lumpsum, een stijging op de overige jeugdbudgetten (excl. lumpsum) en een structureel aanvullende OVA indexering vanuit 2023.
In 2024 is daarnaast aanvullend een bedrag opgenomen van € 0,13 mln., doordat het Rijk in de meicirculaire een deel van de hervormingsagenda Jeugd voor 2024 heeft teruggedraaid. Deze hogere uitgaven zijn gecompenseerd in het gemeentefonds. Ook is er in 2024 een bedrag opgenomen voor indexering (€ 0,52 mln.). Indexering is bedoeld als compensatie voor prijsstijgingen. Inclusief indexering is het budget 2024 gelijk aan het budget van 2023. Echter, omdat de zorg geleverd moet worden tegen het prijspeil van 2024, is er feitelijk in 2024 € 0,52 mln. minder beschikbaar voor de uitvoering van jeugdhulp.
Het nadelige verschil aan de batenkant van € 0,18 mln. door lagere inkomsten ten opzichte van 2023 wordt met name veroorzaakt door:
Lagere baten omdat in 2023 eenmalige middelen zijn ontvangen voor het NPO (€ 0,18 mln.). Tegenover deze lagere baten staan ook lagere lasten.